Ons land legt in juli 2023 voor de tweede keer een VNR (Voluntary National Review) voor aan het HLPF (High-Level Political Forum). De IMCDO (Interministeriële Conferentie Duurzame Ontwikkeling) vroeg aan een aantal adviesraden om een advies te maken over de ontwerptekst van die VNR. De volgende raden keurden het advies goed: FRDO, Minaraad, SERV, CESE Wallonië, Brupartners en de Wirtschafts- und Sozialrat.
In dit gezamenlijke advies zijn de raden van oordeel dat het maken van een VNR een gelegenheid is om een grondige evaluatie te maken van de implementatie van de SDGs (Sustainable Development Goals). Terwijl een eerste VNR meestal een ‘nulmeting’ is, zou een tweede VNR veel meer een evaluatie moeten zijn waarin met een kritische blik naar het eigen functioneren wordt gekeken. Die evaluatie zou dan moeten leiden tot betere beleidsantwoorden op de grote maatschappelijke uitdagingen.
Dat is in de voorgelegde ontwerptekst niet het geval. Een zelfkritische evaluatie is onvoldoende of niet te vinden in de tekst. De verschillende regeringen van ons land zouden de VNR-oefening meer moeten aangrijpen om de politieke wil voor concrete samenwerking voor duurzame ontwikkeling te versterken, met respect voor ieders bevoegdheden.
De voorbereiding van de VNR door de verschillende overheden is niet optimaal verlopen, onder meer door het niet volwaardig functioneren van de IMCDO tussen 2017 en 2022. De tekst waarover de adviesraden hun oordeel moesten geven is ook onvolledig. De raden waarderen wel de keuze van de IMCDO om meer ruimte te maken voor participatie door het maatschappelijk middenveld tijdens de voorbereiding van de VNR. Heel wat organisaties leverden een bijdrage met hun voorstellen en verwachtingen voor de VNR. Maar de manier waarop het proces liep na het indienen van die bijdragen in oktober 2022 zorgde er niet voor dat het maatschappelijk middenveld de indruk kreeg dat de IMCDO werkelijk iets heeft gedaan met die bijdragen.
Het advies gaat in op de verschillende hoofdstukken van het ontwerp van VNR. De algemene indruk is dat de tekst waarvoor de regeringen de verantwoordelijkheid dragen vooral een positief beeld wil schetsen en onvoldoende zelfkritisch is. Dat beeld geeft verder te weinig weer dat er een ernstig gebrek is aan samenwerking tussen de beleidsniveaus, zoals ook een audit van het Rekenhof stelt. De raden dringen al langer aan op meer samenwerking, en dat met respect voor ieders bevoegdheden. De bespreking van het beleid SDG per SDG in de VNR beantwoordt niet aan wat deze VNR zou moeten zijn: een eerlijke evaluatie van wat er is gebeurd sinds 2017, wat er goed en niet goed loopt, en wat er nodig is om wel het doel te bereiken dat is vervat in de SDGs. De tekst is niet veel meer dan een lange lijst van plannen en intenties die lijkt te suggereren dat alles goed loopt, wat niet het geval is.
In deze vorm heeft de ontwerptekst waarover de adviesraden zich hebben gebogen geen grote beleidsrelevantie. De raden dringen erop aan dat verder gewerkt wordt aan een tekst die voldoende kwalitatief is om voor te leggen aan de VN. De raden vragen tevens aan de IMCDO om nog voor de afwerking van de definitieve VNR een overleg met hen te organiseren waarin een open dialoog mogelijk is over de bevindingen in dit advies.