- Op eigen initiatief
- Dit advies werd voorbereid door de werkgroep Energie en Klimaat
- Goedgekeurd door de AV van de FRDO via schriftelijke procedure op 25 september 2025
- De oorspronkelijke taal van dit advies is het Frans
Advies (pdf)
1. Context
Omdat de FRDO wil bijdragen aan het internationale proces ter bestrijding van de klimaatverandering, heeft hij besloten om een initiatiefadvies uit te brengen ter voorbereiding van de VN-klimaatconferentie in Belém (COP 30) waarin hij zijn prioriteiten voor ons land uiteenzet.
2. Advies
2.1. Inleidende opmerkingen
- [1] De FRDO blijft benadrukken[1] dat – ondanks de vele crisissen waarmee de wereld momenteel wordt geconfronteerd – de inspanningen op het vlak van mitigatie, adaptatie aan de gevolgen van de klimaatverandering en internationale klimaatfinanciering bovenaan op de politieke agenda moeten blijven staan.
- [2] In deze context benadrukt de Raad het belang van de Belgische betrokkenheid bij de internationale klimaatonderhandelingen.
- [3] De FRDO vraagt dat de Belgische regeringen en overheidsdiensten ervoor zorgen dat de onderhandelingen op basis van de al genomen beslissingen verder worden voortgezet, dat zij de uitvoering ervan zo efficiënt mogelijk ondersteunen en dat zij geen enkele aantasting aanvaarden van wat verworven was.
- [4] Net zoals in zijn vorige adviezen[2] ter voorbereiding van klimaatgerelateerde COPs, roept de FRDO België op om ervoor te zorgen dat tijdens de onderhandelingen op COP 30 rekening wordt gehouden met het volgende:
- het respect voor de milieugrenzen en de wil om de klimaatverandering te bestrijden, volgens het beginsel van de gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid;
- het belang van een performante economie met een gegarandeerde energievoorziening en een mondiale aanpak, die onder meer leidt tot een ‘gelijk speelveld’ voor de bedrijven;
- het belang van sociale rechtvaardigheid en een rechtvaardige transitie, met inachtneming van de vijf pijlers: sociale dialoog, het creëren van werkgelegenheid (investeringen, onderzoek en ontwikkeling, innovatie), opleiding en vaardigheden, respect voor de mensenrechten en de rechten van werknemers en werkneemsters, en een krachtige, gecoördineerde sociale bescherming. De raad herinnert eraan dat de Internationale Arbeidsorganisatie richtlijnen[3] heeft uitgewerkt voor de implementatie van een beleid en maatregelen voor een rechtvaardige transitie;
- het belang van beleidscoherentie voor klimaat en duurzame ontwikkeling, met aandacht voor het feit dat de transitie in België niet ten koste mag gaan van de duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden.
- [5] Ten slotte vraagt de Raad om rekening te houden met het verband tussen klimaatverandering, verstoring van de natuur en de biodiversiteit, gevolgen voor de gezondheid, vrede en veiligheid.
2.2. Mitigatie
- [6] De Raad vraagt dat de onderhandelaars van België en van de Europese Unie het belang onderstrepen van een verhoogde ambitie van de andere staten die Partij zijn via hun nationaal bepaalde bijdrage (NDC) om de limiet van 1,5°C opwarming van de Overeenkomst van Parijs[4] te respecteren.
- [7] De FRDO vraagt dat deze nationaal bepaalde bijdragen alle relevante parameters specificeren om hun uitvoering op te volgen en om de prestaties van de verschillende staten die Partij zijn te vergelijken.[5]
- [8] De Raad herinnert aan de doelstelling van het Mitigation Work Programme om “dringend het ambitieniveau voor mitigatie te verhogen en de uitvoering van overeenkomstige acties te versnellen, wat dringend nodig is in dit kritieke decennium, op een manier die een aanvulling vormt op de mondiale inventarisatie”.[6] Hij onderstreept het belang van dit programma, gezien de noodzaak van mitigatiemaatregelen tegen 2030, en dringt erop aan dat het zijn mandaat waarmaakt door over te gaan op een actiegerichte bespreking die resulteert in sectorspecifieke aanbevelingen, zoals gepland.[7][8]
- [9] De FRDO roept op tot een opvolging van de globale mitigatiedoelstellingen zoals bepaald in de First Global Stocktake:
- “(a) Tripling renewable energy capacity globally and doubling the global average annual rate of energy efficiency improvements by 2030;
- (b) Accelerating efforts towards the phase-down of unabated coal power;
- (c) Accelerating efforts globally towards net zero emission energy systems, utilizing zero- and low-carbon fuels, well before or by around mid-century;
- (d) Transitioning away from fossil fuels in energy systems, in a just, orderly and equitable manner, accelerating action in this critical decade, so as to achieve net zero by 2050 in keeping with the science;
- (e) Accelerating zero- and low-emission technologies, including, inter alia, renewables, nuclear, abatement and removal technologies such as carbon capture and utilization and storage, particularly in hard-to-abate sectors, and low-carbon hydrogen production;
- (f) Accelerating the substantial reduction of non-carbon-dioxide emissions globally, in particular methane emissions by 2030;
- (g) Accelerating the reduction of emissions from road transport on a range of pathways, including through development of infrastructure and rapid deployment of zero- and low-emission vehicles;
- (h) Phasing out inefficient fossil fuel subsidies that do not address energy poverty or just transitions, as soon as possible”[9] [10]
- [10] De FRDO herinnert eraan dat de investeringen die wereldwijd nodig zijn om de klimaattransitie te realiseren lager zullen zijn dan de kosten die klimaatrampen met zich meebrengen, aangezien de verwachte risico’s en negatieve effecten, alsook de verliezen en schade als gevolg van de klimaatverandering, zullen toenemen naarmate de opwarming van de aarde toeneemt.[11]
- [11] Dit jaar moet de Europese Unie, net als alle andere Partijen bij de Overeenkomst van Parijs, een nationaal bepaalde bijdrage (nationally determined contribution – NDC) indienen om de trajecten voor de vermindering van broeikasgassen (BKG) in overeenstemming te brengen met de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs. Volgens de FRDO moet de EU in de aanloop naar de COP 30 het voortouw nemen op het gebied van klimaatbeleid en een ambitieuze en realistische NDC voorleggen, waarmee zij aantoont dat het mogelijk is de broeikasgasemissies aanzienlijk te verminderen en de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs in het algemeen te verwezenlijken, in de geest van de in § [4] hierboven genoemde principes.
- [12] De Raad benadrukt dat de NDC’s rekening moeten houden met de eerste mondiale inventarisatie (Global Stocktake) die tijdens de COP 28 werd uitgevoerd. Hij merkt op dat de effectbeoordeling van de Europese Commissie concludeert dat “de voorkeur wordt gegeven aan optie 3, een reductie van de nettobroeikasgasemissies in de EU van 90-95 % tegen 2040”.[12] Hij herinnert ook aan het recente advies van de Europese Wetenschappelijke Raad inzake Klimaatverandering (ESABCC): “It concludes that achieving a 2040 emission reduction of 90–95 % domestically remains both feasible and would keep the EU on a credible path to climate neutrality by 2050. Aiming for a lower target would not only jeopardise the EU’s progress towards this goal, but also undermine its sustainability, long-term competitiveness and energy security in a time of geopolitical uncertainty.”[13]
- [13] Zoals eerder vermeld[14] benadrukt de Raad het belang van het behoud van de competitiviteit van bedrijven in het internationale klimaatbeleid. Hij vindt dat afspraken op Europees niveau minstens gericht moeten zijn op het creëren van een gelijk speelveld, zoals aangegeven in het industriële plan[15] van de European Green Deal.
- [14] De Raad pleit ervoor dat de Europese NDC, rekening houdend met de in § [13] hierboven genoemde elementen en met betrekking tot alle sectoren, de volgende elementen omvat:
- zoals voorzien in de Global Stocktake die tijdens de COP 28 in Dubai is aangenomen (zie § [9] hierboven), het opstellen van plannen voor “transitioning away from fossil fuels in energy systems, in a just, orderly and equitable manner” en voor de verdere ontwikkeling van koolstofarme energiebronnen om bij te dragen aan de verwezenlijking van de daarin vastgestelde algemene doelstellingen;
- een verbintenis om lock-ins in fossiele technologieën en infrastructuren zoveel mogelijk te vermijden;
- concrete verbintenissen om Europese burgers en economische actoren voldoende toegang te bieden tot koolstofarme energie tegen betaalbare prijzen en tot de infrastructuren die nodig zijn voor decarbonisatie. Dit betekent prijzen die bedrijven in staat stellen competitief te zijn;
- een duidelijke visie, vergezeld van concrete maatregelen, om de snelle totstandkoming van de noodzakelijke infrastructuur voor decarbonisatie te vergemakkelijken;
- het creëren van een gemeenschappelijke “begrotingscapaciteit” op EU-niveau om de transitie te financieren (zoals uiteengezet in het verslag[16] Werkgelegenheid-Concurrentievermogen 2024 van de CRB);
- een geleidelijke afschaffing van subsidies voor fossiele brandstoffen, rekening houdend met de klimaatdoelstellingen en de elementen die in de paragrafen [4] en [9] hierboven zijn opgenomen.
- [15] Volgens de Raad moet bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen van de klimaatverandering voor het voedsel- en landbouwsysteem. De COP 30 moet worden aangegrepen om de Belgische positie te versterken en duurzame, economisch haalbare en toegankelijke voedselsystemen voor alle actoren in het systeem te bevorderen. De strijd tegen klimaatverandering, voor volksgezondheid en voedselzekerheid dient te worden verbonden, door te zorgen voor samenhang tussen de Europese NDC en het beleid op deze verschillende gebieden.
2.3. Adaptatie
- [16] De FRDO roept op om plannen voor adaptatie aan de klimaatverandering te ontwikkelen volgens een methodologie die de staten bewust maakt van de risico’s en de behoeften op dat vlak, en die toelaat om die plannen op te volgen.[17]
- [17] De FRDO roept ook op om de adaptatiedoelstellingen uit paragraaf 63 van de First Global Stocktake op te volgen:
- “(a) Significantly reducing climate-induced water scarcity and enhancing climate resilience to water-related hazards towards a climate-resilient water supply, climate-resilient sanitation and access to safe and affordable potable water for all;
- (b) Attaining climate-resilient food and agricultural production and supply and distribution of food, as well as increasing sustainable and regenerative production and equitable access to adequate food and nutrition for all;
- (c) Attaining resilience against climate change related health impacts, promoting climate-resilient health services and significantly reducing climate-related morbidity and mortality, particularly in the most vulnerable communities;
- (d) Reducing climate impacts on ecosystems and biodiversity and accelerating the use of ecosystem-based adaptation and nature-based solutions, including through their management, enhancement, restoration and conservation and the protection of terrestrial, inland water, mountain, marine and coastal ecosystems;
- (e) Increasing the resilience of infrastructure and human settlements to climate change impacts to ensure basic and continuous essential services for all, and minimizing climate-related impacts on infrastructure and human settlements;
- (f) Substantially reducing the adverse effects of climate change on poverty eradication and livelihoods, in particular by promoting the use of adaptive social protection measures for all;
- (g) Protecting cultural heritage from the impacts of climate-related risks by developing adaptive strategies for preserving cultural practices and heritage sites and by designing climate-resilient infrastructure, guided by traditional knowledge, Indigenous Peoples’ knowledge and local knowledge systems.”[18]
2.4. Loss and damage
- [18] De FRDO vraagt voldoende aandacht voor het beheer van loss and damage en voor de schade die de klimaatveranderingen (met hun zowel onmiddellijke als langetermijngevolgen) nu al aanrichten in kwetsbare landen en gemeenschappen.[19]
- [19] De Raad herinnert eraan dat de staten op de COPs 27 en 28 nieuwe financieringsregelingen hebben goedgekeurd, waaronder een Loss and Damage Fund, om ontwikkelingslanden te helpen verlies en schade op te vangen, en benadrukt dat het belangrijk is om dit fonds[20] verder te financieren.
- [20] In dit verband roept de FRDO op om het Loss and Damage Fund zo snel mogelijk operationeel te maken, met inbegrip van de modaliteiten voor de jaarlijkse financiering van dit mechanisme. De raad vraagt dat de Wereldbank de voorwaarden respecteert die haar zijn opgelegd als tijdelijke gastheer[21] van het fonds en roept op om het maatschappelijk middenveld en de gemeenschappen naar behoren te betrekken bij het beheer van het fonds.[22]
- [21] De Raad stelt vast dat het Loss and Damage Fund op 7 april 2025 toezeggingen[23] ter waarde van 768,4 miljoen USD bevat, waarvan 314 miljoen USD daadwerkelijk is overgemaakt. Hij herinnert eraan dat in paragraaf 14 van de New collective quantified goal on climate change (hierna: NCQG) wordt erkend dat deze landen behoefte hebben aan overheidsfinanciering in de vorm van subsidies of leningen tegen zeer gunstige voorwaarden om verliezen en schade te compenseren.
- [22] Om de financieringsbehoeften op dit gebied te objectiveren, roept de FRDO de Belgische autoriteiten op om te pleiten voor de opstelling van een Loss and Damage Gap Report, naar het voorbeeld van het Emissions Gap Report[24] van het UNEP. In dit kader vraagt de raad ervoor te zorgen dat de gevolgen voor de mensenrechten en de economische en niet-economische aspecten worden meegenomen in de beoordeling van verliezen en schade, om ervoor te zorgen dat deze nauwkeurig en volledig zijn.
- [23] Gezien het bovenstaande pleit de FRDO ervoor dat tijdens de onderhandelingen oplossingen worden voorgesteld om tegemoet te komen aan de bezorgdheden die worden genoemd in § 19 van het NCQG, namelijk “the significant gaps that remain in responding to the increased scale and frequency of loss and damage” en “the need for urgent and enhanced action and support for averting, minimizing and addressing loss and damage associated with climate change impacts.”
- [24] Ten slotte vraagt de Raad om bij de ontwikkeling van toekomstige instellingen ervoor te zorgen dat lokale gemeenschappen voldoende worden betrokken bij de uitvoering van oplossingen voor verliezen en schade, op basis van actieve en betekenisvolle participatie van de getroffen personen.
2.5. Klimaatfinanciering
- [25] De Raad herinnert aan artikel 2, lid 1, onder c), van de Overeenkomst van Parijs, dat stelt dat de Overeenkomst tot doel heeft de wereldwijde reactie op de dreiging van de klimaatverandering te versterken door “Making finance flows consistent with a pathway towards low greenhouse gas emissions and climate-resilient development.”[25] [26]
- [26] De FRDO herinnert ook aan artikel 9, lid 1, van de Overeenkomst van Parijs, waarin staat dat“Developed country Parties shall provide financial resources to assist developing country Parties with respect to both mitigation and adaptation in continuation of their existing obligations under the Convention.” Bij de ondertekening van dit akkoord hebben de ontwikkelde landen zich ertoe verbonden om tot 2025 jaarlijks 100 miljard dollar te mobiliseren en ter beschikking te stellen voor de landen in het Zuiden.
- [27] De Raad herinnert bovendien aan § 8 van het NCQG dat « [r]eaffirms (..) Article 9 of the Paris Agreement and decides to set a goal, in extension of the goal reffered to in paragraph 53 of decision 1/CP.21, with developed country Parties taking the lead, of at least USD 300 billion per year by 2035 for developing country Parties for climate action (…) » en § 7 dat « [c]alls on all actors to work together to enable the scaling up of financing to developing country Parties for climate action from all public and private sources to at least USD 1.3 trillion per year by 2035 ». In het kader van het NCQG heeft België zich ertoe verbonden om deel te nemen aan deze nieuwe klimaatfinancieringsdoelstelling.
- [28] De FRDO benadrukt bovendien dat de jaarlijkse doelstelling van 300 miljard dollar voor ontwikkelingslanden die tijdens de COP 29 is overeengekomen (met een evenwicht tussen financiering voor adaptatie en financiering voor mitigatie) iets anders is dan de oproep om een totale financiering van 1.300 miljard dollar voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden te realiseren. Deze oproep moet worden geconcretiseerd in de Baku to Belém Roadmap to 1.3T[27] (hierna: B2B Roadmap) en moet een concreet, gefaseerd actieplan omvatten om financiering te verstrekken waar die het meest nodig is, met name om kwetsbare gemeenschappen te beschermen.
- [29] De FRDO merkt op dat de tijdens de COP 29 overeengekomen overeenkomst om ontwikkelingslanden te helpen bij mitigatie en adaptatie voor een bedrag van 300 miljard dollar per jaar lager is dan hun financieringsbehoeften, zowel op het vlak van adaptatie (geraamd op meer dan 300 miljard dollar volgens het Adaptation Gap Report)[28] als voor mitigatie (geschat op 455 tot 587 miljard dollar volgens het UNFCCC).[29]
- [30] Ten slotte herinnert de Raad eraan dat België in 2023[30] € 248 miljoen heeft bijgedragen aan de internationale klimaatfinanciering, wat volgens de Dienst Klimaatverandering van het DG Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu overeenkomt met € 182 miljoen aan ODA-equivalenten.[31] Het ODA-equivalent weerspiegelt het voordeel dat een begunstigd land haalt uit een lening tegen een gunstiger tarief dan het markttarief. Elk begunstigd land krijgt, afhankelijk van zijn inkomenscategorie, een actualisatievoet toegekend die vergelijkbaar is met de rentevoet waartegen het gewoonlijk op de financiële markten leent.
2.6. Rechtvaardige transitie
- [31] Volgens de Raad moet België bij de onderhandelingen binnen de Europese delegatie en het UNFCC-proces, de principes van een rechtvaardige transitie centraal stellen, zoals bepaald in de Guidelines for a just transition towards environmentally sustainable economies and societies for all,[32] die tijdens de 111de zitting van de Internationale Arbeidsconferentie in 2023 zijn goedgekeurd.
- [32] De Raad herinnert ook aan het bestaan van het Just Transition Work Programme (JTWP), dat moet leiden tot een Just Transition Action Plan waarin de vereisten en principes van resolutie ILC. 111/V[33] van de IAO centraal staan en waarin de staten zich ertoe verbinden om in hun NDC uiteen te zetten hoe zij met deze principes rekening zullen houden, met inbegrip van de sociale dialoog en de raadpleging van de belanghebbenden. In dit verband vraagt de FRDO dat België een constructieve rol speelt bij de uitwerking van het Just Transition Action Plan.
- [33] Ten slotte herinnert de Raad aan het bestaan van besluit 3/CMA.5 (§ 2)[34] over de reikwijdte van het JTWP en beveelt hij de Partijen aan hun werkzaamheden voort te zetten op basis van de tijdens eerdere zittingen bij consensus genomen besluiten en zich te concentreren op de uitvoering daarvan.
2.7. Actieplan Gender
- [34] De FRDO vraagt om toe te zien op de volledige uitvoering van de besluiten van het UNFCCC inzake gender en klimaat en herinnert aan de verbintenis[35] van België (en 81 andere landen) om bij de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs te streven naar rechtvaardige en genderbewuste transities, zoals opgenomen in het Gender-responsive Just Transitions and Climate Action Partnership.[36]
- [35] De Raad heeft herhaaldelijk gewezen op het belang van het rekening houden met de genderdimensie in het klimaatbeleid,[37] ook voor wat betreft de toegang tot klimaatfinanciering. Dit thema is dit jaar bijzonder belangrijk, gezien de historische stap die in 2024 is gezet met de goedkeuring van de verlenging van het Gender Action Plan (GAP) van 5 tot 10 jaar bij besluit 7/CP.29[38] en het mandaat dat aan de COP 30 is gegeven om de concrete gebieden en activiteiten van het plan vast te stellen.
- [36] Daartoe zijn via het officiële kanaal van het UNFCCC verschillende voorstellen ingediend. De FRDO brengt de regering op de hoogte van het voorstel van UN WOMEN en dat van de Women and Gender Constituency, waarin elf essentiële elementen worden benadrukt.[39]
- [37] De FRDO herinnert eraan dat België, als pionier op dit gebied, beschikt over een wetgevend kader[40] dat verplichtingen in die zin vastlegt, met name wat betreft de effectieve participatie van vrouwen, gendermainstreaming in plannen en beleid, het verzamelen van naar gender uitgesplitste gegevens, het in aanmerking nemen van intersectionaliteit, de bestrijding van gendergerelateerd geweld en feminicide, en dat het deze standpunten ook op internationaal niveau moet verdedigen. Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn ook een prioriteit van het internationale beleid van België.[41]
- [38] De FRDO herinnert er ook aan dat internationale instellingen, onder meer binnen het UNFCCC, aanbevelingen hebben gedaan met betrekking tot de overdracht van gendergevoelige technologieën,[42] de rol van mannen[43] in de strijd voor gendergelijkheid en de opname van ‘zorg’ (care) in het klimaatbeleid.[44] Dit laatste punt is bijzonder belangrijk gezien de gevolgen van de klimaatverandering voor de gezondheid, ook voor de Belgische burgers.
- [39] De FRDO heeft er ook aan herinnerd[45] dat België zich ertoe verbonden heeft[46] om tegen 2026 het percentage van de wereldwijde publieke en private klimaatfinanciering dat gericht is op en geïnvesteerd wordt in gendergelijke klimaatoplossingen te verhogen, in het bijzonder op lokaal en landelijk niveau. Dat kan met name door het aandeel van de gemarkeerde bilaterale en multilaterale klimaatfinanciering dat gericht is op of rekening houdt met gender te verhogen tot 88%,[47] in overeenstemming met de verbintenissen van de Coalition for Feminist Action for Climate Justice van het Equality Generation Forum. De raad dringt erop aan dat alle klimaatfinanciering wordt gemonitord en gerapporteerd op basis van genderindicatoren en dat de toegang tot lokale vrouwen- en feministische basisorganisaties wordt gewaarborgd.[48]
- [40] Zoals al benadrukt moeten volgens de Raad[49] de markers met betrekking tot gendergelijkheid op transparante en consistente wijze worden meegedeeld aan de OESO en het UNFCCC. Hij vraagt dat de Partijen zich houden aan Besluit 20/CP.26 en in het bijzonder aan de aansporing voor de Partijen “be more explicit about the gender-responsiveness of climate finance with a view to strengthening the capacity of women and furthering work under the gender action plan (…)”,[50] ook in de nationale mededelingen en de tweejaarlijkse rapporten die bij het UNFCCC worden ingediend.
- [41] Zoals reeds aangegeven,[51] vraagt de Raad om rekening te houden met de principes van inclusie, mensenrechten en gendergelijkheid. Hij verwijst ook naar de conclusies van de recente conferentie van de IAO: “Inclusive just transition entails a strong gender dimension to address many of the environmental challenges and leverage the potential opportunities.”[52] Hij voegt eraan toe dat een rechtvaardige transitie ook een internationaal aspect omvat, met name via het beginsel van “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden”. Hij steunt ook het standpunt van de IAO-conferentie, namelijk dat “Gender equality, social inclusion and equity should be promoted, paying particular attention to indigenous and tribal peoples and groups in vulnerable situations.”[53] Hij vraagt om toepassing van het principe leave no one behind .[54]
- [42] Volgens de Raad moet het GAP op mondiaal, nationaal, subnationaal en lokaal niveau het bewustzijn vergroten over de verschillende gevolgen van de klimaatcrisis voor mensen van verschillende genders. Daartoe moet het concrete acties vaststellen.
2.8. Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de onderhandelingen
- [43] De Raad roept op tot gewaarborgde toegang tot de onderhandelingen voor alle Partijen en waarnemers, met bijzondere aandacht voor een betere vertegenwoordiging van vrouwenorganisaties, LGBTQI+-personen en gemarginaliseerde groepen.[55]
- [44] In dit kader waardeert de FRDO in het bijzonder de mogelijkheid voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld om de coördinatievergaderingen van de Belgische delegatie tijdens de COPs bij te wonen, alsook de mogelijkheid om tijdens een rondetafelgesprek voorafgaand aan de COP van gedachten te wisselen met de minister bevoegd voor klimaat.
[1] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), 2024a10, 19/06/2024, § [1].
[2] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP27), 2022a12, 28/10/2022, § [5] en Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 28), 2023a12, 16/11/2022, § [3].
[3] International Labour Organisation (ILO), Guidelines for a just transition towards environmentally sustainable economies and societies for all, 2015, 23 pp.
[4] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [4].
[5] Ibid., § [5].
[6] Conferentie van de partijen waarin de partijen bij de Overeenkomst van Parijs bijeenkomen, besluit 4/CMA.4, Sharm el-Sheikh-werkprogramma inzake het verhogen van het ambitieniveau voor mitigatie en het uitvoeren van daarmee samenhangende acties, 20/10/2022, § 1
[7] Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs bijeenkomen, besluit 4/CMA.5, Sharm el-Sheik mitigation ambition and implementation work programme referred to in decision 4/CMA.4, 13/12/2023, §§ 7 tot en met 10.
[8] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [7].
[9] Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs bijeenkomen, besluit 1/CMA.5, Outcome of the first global stocktake, 13/12/2023, § 28
[10] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [8].
[11] IPCC, 2023: Summary for Policymakers. In: Climate Change 2023: Synthesis Report. Contribution of Working Groups I, II and III to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change, p. 15, B.2.2.
[12] Europese Commissie, Werkdocument van de diensten van de Commissie. Samenvatting van het effectbeoordelingsverslag bij: Mededeling van de Ccommissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Onze toekomst veiligstellen. De klimaatdoelstelling voor Europa voor 2040 en de weg naar klimaatneutraliteit tegen 2050 met het oog op de totstandbrenging van een duurzame, rechtvaardige en welvarende samenleving. SWD/2024/64/final, 06/02/2024, p. 3.
[13] European Scientific Advisory Board on Climate Change, Scientific advice for amending the European Climate Law – Setting climate goals to strengthen EU strategic priorities. Summary and Recommendations. 02/06/2025, p. 6.
[14] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [22].
[15] Europese Commissie, Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, De Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, COM(2023) 62 final, 1/02/2023.
[16] Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, Een visie en een strategie voor een veerkrachtig, concurrerend, inclusief en houdbaar sociaal-economisch model tegen 2050 – verslag Werkgelegenheid-Concurrentievermogen 2024, CRB 2025-0050, 17/01/2025, p. 33: “Voor de realisatie van gepaste overheidsinvesteringen zijn budgettaire marges nodig. Maar er is ook nood aan een versterking van de Europese aanpak om het budget voor de transitie-investeringen voor de lidstaten te verhogen en het mogelijk te maken een gelijk speelveld tussen de lidstaten te creëren. De instelling van een gemeenschappelijke “budgettaire capaciteit”, die wordt gefinancierd met gemeenschappelijke schulden, moet het mogelijk maken om de Europese publieke investeringen op te krikken en de dubbele – digitale en ecologische – transitie te ondersteunen, naar het voorbeeld van de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht. Bovendien zou de instelling van een gemeenschappelijke “budgettaire capaciteit” de Europese eenheidsmarkt kunnen versterken, door initiatieven te financieren die passen binnen een gecoördineerd industriebeleid, die handelsbelemmeringen wegnemen en die billijke concurrentie stimuleren. Ze zou het mogelijk maken beter te reageren op economische schokken en op financiële crisissen die verschillende lidstaten van de EU kunnen treffen.”
[17] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [9].
[18] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [10].
[19] Ibid., § [11].
[20] Ibid., § [12].
[21] Zie Fund for responding to loss and damage, Addendum to the background paper on matters relating to the operationalization of the Fund as World Bank-hosted financial intermediary fund, FLD/B.1/Add.1, 27/04/2024
[22] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [13].
[23] Zie: https://unfccc.int/topics/climate-finance/funds-entities-bodies/fund-for-responding-to-loss-and-damage/pledges-to-the-fund-for-responding-to-loss-and-damage (geraadpleegd op 25/08/2025).
[24] Zie: https://www.unep.org/resources/emissions-gap-report-2024
[25] Volgens het IPCC zouden de klimaatfinancieringsstromen voor mitigatie bijvoorbeeld jaarlijks met een factor drie tot zes moeten worden vermenigvuldigd om aan de gemiddelde jaarlijkse behoeften tussen 2020 en 2030 te voldoen. Zie: Intergovernmental Panel on Climate Change, Climate Change 2022 – Mitigation of Climate Change, WG III contribution to the Sixth Assessment Report of the IPCC, 2022, p. 1610.
[26] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [14].
[27] Zie: https://unfccc.int/topics/climate-finance/workstreams/baku-to-belem-roadmap-to-13t
[28] Zie: United Nations Environment Programme (2023). Adaptation Gap Report 2023: Underfinanced. Underprepared. Inadequate investment and planning on climate adaptation leaves world exposed, Nairobi, p. 40.
[29] Zie: UNFCCC (2024) Second report on the determination of the needs of developing country Parties related to implementing the Convention and the Paris Agreement, https://unfccc.int/documents/640757
[30] Zie: https://indicators.be/nl/i/G13_CCF/nl
[31] Het ODA-equivalent is een maatstaf voor de inspanning van de donor. ODA-giften en -leningen die worden meegeteld bij de berekening van het ODA-equivalent worden aangeduid met de term ODA-bijdragen.
[32] Zie: https://www.ilo.org/publications/guidelines-just-transition-towards-environmentally-sustainable-economies
[33] Zie: Resolution concerning a just transition towards environmentally sustainable economies and societies for all, ILC.111/Resolution V, 16/06/2023.
[34] Zie: Conference of the Parties serving as the meeting of the Parties to the Paris Agreement – United Arab Emirates just transition work programme, decision 3/CMA.5, 13/12/2023
[35] Zie: https://genderclimatetracker.org/gender-mandates
[36] Zie: https://www.cop28.com/en/cop28-gender-responsive-just-transitions-and-climate-action-partnership
[37] Zie adviezen 2022a12, 2023a01, 2023a03, 2023a07, 2023a12, 2024a10.
[38] Zie: Conference of the Parties, decision 7/CP.29, Gender and climate change, 27/03/2025 (https://unfccc.int/sites/default/files/resource/cp2024_11a01_adv.pdf?download).
[39] Voor meer info hierover, zie: Women & Gender Constituency, Submission from the Women and Gender Constituency on the format and scope of the in-session technical workshop to be held at SB62 (June 2025) to facilitate the design of gender action plan activities, 18 pp. https://www4.unfccc.int/sites/SubmissionsStaging/Documents/202503312013—WGC_Submission_GAPWorkshop_2025.pdf .; United Nations Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women (UN Women), Submission to the UN Framework Convention on Climate Change On the development of a new Gender Action Plan 31 March 2025 https://www4.unfccc.int/sites/SubmissionsStaging/Documents/202503311626—UN-Women%20UNFCCC%20Submission_GAP_2025_Final.pdf ; Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR), Submission to inform the in-session technical workshop to be held at SB 62 (June 2024), to facilitate the design of the new gender action plan (GAP) activities under the extended enhanced Lima work programme on gender, 20 pp. https://www4.unfccc.int/sites/SubmissionsStaging/Documents/202504071400—GAP%20submission%20UNFCCC_OHCHR%20March%202025_final.pdf
[40] Zie, onder andere: (1) 13 juli 2023, Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen, https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body.pl?language=nl&caller=summary&pub_date=2023-08-31&numac=2023044133 | (2) 28 juni 2023, Wet houdende wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, https://etaamb.openjustice.be/nl/wet-van-28-juni-2023_n2023043712 | (3) 7 december 2018, Bestuursdecreet Vlaamse overheid, https://etaamb.openjustice.be/nl/decreet-van-07-december-2018_n2018032457 | (4) 7 januari 2016, Decreet gendermainstreaming Franse Gemeenschap | (5) 15 december 2013, De genderanalyse, voorzien in de Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging | (6) 28 juli 2011, Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij, https://etaamb.openjustice.be/nl/wet-van-28-juli-2011_n2011003317 | (7) 5 mei 2003, Bijzondere wet op de gewaarborgde aanwezigheid van personen van verschillend geslacht in de Vlaamse Regering, de Franse Gemeenschapsregering, de Waalse Regering, de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en onder de Gewestelijke Staats-secretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body.pl?language=nl&caller=summary&pub_date=03-06-12&numac=2003012206 | (8) 12 januari 2007, Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen, https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body.pl?language=nl&caller=summary&pub_date=07-02-13&numac=2007002011
[41] Zie:https://diplomatie.belgium.be/sites/default/files/2025-03/Beleidsverklaring-03-2025.pdf
[42] Zie: Climate Technology Centre and Network (CTCN) Gender Policy and Action Plan 2023-2027, https://www.ctc-n.org/sites/default/files/AB2023.22.24_CTCN_Gender_Policy_and_Action_Plan_2023_2027_Endorsed.pdf en Technology Executive Committee Briefing: Gender responsive Technology and Infrastructure, https://unfccc.int/ttclear/tec/transport.html#brief18
[43] Zie paragraaf 14 van de 24/CP.27 Intermediate review of the implementation of the gender action plan (COP 27) https://unfccc.int/documents/626564
[44] Zie: https://www.ilo.org/publications/mainstreaming-care-work-combat-effects-climate-change
[45] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [25].
[46] Zie https://www.cop28.com/en/cop28-gender-responsive-just-transitions-and-climate-action-partnership (geraadpleegd op 6/06/2024).
[47] Zie : https://commitments.generationequality.org/sites/default/files/2022-09/Consolidated-Indicators_ACs_1.pdf (geraadpleegd op 6/06/2024).
[48] Cf. Adviesraad Gender en Ontwikkeling, Advies over de verbinding tussen gendergerelateerd geweld en klimaat, 6/10/2022, Hoofdstuk 3.3, § 3, p. 7.
[49] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [26].
[50] Conference of the Parties, Decision 20/CP.26, Gender and Climate Change, 11/11/2021, § 13.
[51] Zie: Rechtvaardige transitie: kaderadvies, 2023a07, 10/10/2023, § [21].
[52] International Labour Conference – 111th Session, 2023, Records of proceedings, § 8.
[53] International Labour Conference – 111th Session, 2023, Records of proceedings, § 17.
[54] Zie: https://unsdg.un.org/2030-agenda/universal-values/leave-no-one-behind
[55] Cf. Initiatiefadvies ter voorbereiding van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 29), op. cit., § [28].