- Op vraag van Tinne Van der Straeten, minister van energie in een brief van 20 mei 2021
- Samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Bijzondere raadgevende commissie “Verbruik”
- Dit advies werd voorbereid door de werkgroep energie en klimaat
- Goedgekeurd door de AV van de FRDO via schriftelijke procedure, 23/06/2021
Advies (pdf)
Draagwijdte van de aanvraag
1 Indiening
- [a] Op 20 mei 2021 heeft mevrouw Tinne Van der Straeten, Minister van Energie, aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) en de bijzondere raadgevende commissie Verbruik (brc Verbruik) een adviesvraag gericht over een voorontwerp van wet houdende de verplichtingen om hernieuwbare energie in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de wegvervoerssector te incorporeren en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. De toegekende termijn om op deze adviesaanvraag te reageren bedraagt één maand.
2 Werkzaamheden in de subcommissie en plenaire zitting
- [b] Naar aanleiding van deze adviesvraag zijn de bevoegde leden van de drie genoemde adviesorganen op 31 mei 2021 bijeengekomen in aanwezigheid van de heer Bert Van Loon (kabinet van minister Van der Straeten) die de adviesvraag heeft voorgesteld. De adviesorganen zijn daarna nog op 8 en 11 juni 2021 bijeengekomen.
- [c] Er werd overeengekomen dat de secretariaten een ontwerpadvies zouden opstellen. Dit ontwerpadvies werd via elektronische weg voorgelegd aan de plenaire vergaderingen van de CRB (goedgekeurd op 23 juni 2021) en de brc Verbruik (goedgekeurd op 23 juni 2021) en aan de algemene vergadering van de FRDO (goedgekeurd op 23 juni 2021) .
3 Context en raadpleging
- [d] De adviesorganen stellen het op prijs dat zij werden geraadpleegd over het voorontwerp van wet houdende de verplichtingen om hernieuwbare energie in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de wegvervoerssector te incorporeren en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. Dit voorontwerp van wet heeft onder andere als doelstelling Richtlijn 2018/2001 van het Europees parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (ook RED II genoemd) gedeeltelijk om te zetten.
- [e] De adviesorganen betreuren het evenwel dat zij slechts één maand de tijd hebben gekregen om een advies uit te brengen. De verschillende stakeholders moeten namelijk eerst zelf intern overleg plegen voordat zij zelfs maar kunnen beginnen met overleg binnen de adviesorganen. Het kost dan tijd voor de leden om zulke technische zaken te bespreken als in deze adviesaanvraag. In dit verband herinneren de adviesorganen eraan dat artikel 11, § 4, van de wet van 5 mei 1997 voorziet dat de FRDO « brengt zijn advies uit binnen de drie maanden na het verzoek ertoe. In geval van hoogdringendheid kan de opdrachtgever een kortere termijn voorschrijven ». Zij dringen erop aan dat niet regelmatig een beroep wordt gedaan op de urgentie bij verzoeken om advies van de verschillende ministers.
- [f] De adviesorganen stelden het bijzonder op prijs dat een lid van het kabinet van de minister de adviesaanvraag en het voorontwerp van wet duidelijk kwam toelichten, en alle vragen van hun leden op transparante wijze beantwoordde. Zij beschouwen dit als een constructieve manier om een raadplegingsproces te beginnen, en moedigen leden van de regering aan hetzelfde te doen wanneer zij om advies vragen.
Advies
- [1] De adviesorganen herinneren eraan dat :
- zij hun standpunt over het ontwerp van koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen hebben gegeven (ontwerp van koninklijk besluit dat ook als doelstelling heeft de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn RED II)[1];
- de CRB en de FRDO, samen met andere adviesorganen, hun standpunt over het NEKP gegeven hebben[2], en dat de FRDO en de CRB ook elk adviezen hierover uitgebracht hebben.[3]
- [2] De overlegorganen hebben kennis genomen van het voorontwerp van wet. Na bespreking stelden de leden vast dat hun standpunten over het voorontwerp van wet uiteenlopen.
- [3] De adviesorganen wijzen op verschillen tussen het voorontwerp van wet en het NEKP.
- [4] De adviesorganen benadrukken dat streefcijfers voor hernieuwbare energie in het vervoer moeten worden vastgesteld rekening houdend met de middelen die beschikbaar zullen zijn om ze te bereiken.
- [5] De adviesorganen merken op dat het NEKP in 2023 zal moeten worden geactualiseerd. De herziening van de RED II-richtlijn is trouwens aan de gang.
- [6] De adviesorganen roepen de regering op een stabiel kader vast te stellen. Dit kader moet de duurzaamheid van alle sectoren garanderen, door Europese besluiten ten uitvoer te leggen die deze duurzaamheid zullen versterken.
[1] Advies van de FRDO, de CRB en de BRC ‘Verbruik’ over transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen, 2021a08, 07/06/2021.
[2] Advies over het ontwerp van Nationaal Energie Klimaat Plan 2030 (NEKP), 2019a03, 10/05/2019.
[3] Advies van de FRDO over het ontwerp van Nationaal Energie Klimaat Plan 2030 (NEKP), 2019a02, 10/05/2019 ; Advies betreffende de federale inbreng in het Nationaal Energie Klimaat Plan 2030, 2018a06, 30/05/2018; Bijdrage van de CRB aan het Nationaal geïntegreerd Energie- en Klimaatplan 2021-2030, CRB 2019-2001, 23/10/2019 en advies van de CRB : Concrete maatregelen voor het federale deel van het Nationaal energie-klimaatplan (NEKP), CRB 2018-1750, 20/06/2018.
[4] Indien de federale regering haar doelstelling van 13,9% nominaal aandeel van biobrandstoffen in het vervoer niet zou kunnen halen, voorziet het NEKP in dat « federale alternatieve maatregelen uitgevoerd zullen worden om eenzelfde emissiereductie en bijdrage aan de doelstelling hernieuwbare energie te bereiken. » (NEKP, p. 235).