- Op vraag van de toenmalige Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling, Marie Christine Marghem, in een brief van 3 juni 2020
- Voorbereid door de ad hoc werkgroep “Herstelplan”
- Goedgekeurd door de Algemene Vergadering via schriftelijke procedure op 23 oktober 2020
Advies (pdf)
Achtergrond
- [a] Met haar brief van 3 juni gericht aan de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, diende mevrouw Marie-Christine Marghem, minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling, naar aanleiding van de covid-19-pandemie bij de Raad een adviesaanvraag in over de manier waarop een herstelplan dient te worden uitgewerkt, dat rechtstreeks zou bijdragen aan een snellere realisatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in België.
- [b] In die brief onderstreept de minister dat “de doelstellingen op het vlak van duurzame ontwikkeling die in september 2015 door de Algemene Vergadering van de VN werden goedgekeurd, ruim ondersteund worden” en “dat nu het moment is gekomen om tot actie over te gaan en om de middelen te identificeren die prioritair moeten worden ingezet”, overwegende dat de crisis “ook een gelegenheid is om de kaarten opnieuw te schudden en om een nieuw ‘maatschappelijk’ contract voor te stellen dat duurzamer en veerkrachtiger is”.
- [c] Dit advies werd afgerond op het moment dat de nieuwe federale regering werd geïnstalleerd. In dit advies kan daardoor geen rekening worden gehouden met het nieuwe regeerakkoord van het land.
Advies
1. Algemeen kader
- [1] De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling benadrukt de noodzaak om zo snel mogelijk een ambitieus nationaal herstelplan op te stellen dat enerzijds investeert in de toekomst van de ondernemingen en dat anderzijds de gezinnen te hulp snelt. Dit plan moet in overleg met de betrokken partijen worden opgesteld en moet toezien op een optimale coördinatie van de maatregelen die op de verschillende beleidsniveaus worden getroffen, zodat de doeltreffendheid ervan kan worden gemaximaliseerd. De Raad pleit hier opnieuw voor de toepassing van het mutualiteitsprincipe, waarbij elk beleidsniveau ernaar streeft om zo te werk te gaan dat de doeltreffendheid van alle andere beleidsniveaus kan worden versterkt[1]. Daarnaast onderstreept de Raad het belang van een betere governance binnen elke betrokken entiteit, waarbij de samenhang van het beleid de verantwoordelijkheid is van alle leden van de regering. De FRDO stelt voor dat het Overlegcomité op regelmatige tijdstippen bijeenkomt om die coördinatie te verzekeren en om de maatregelen op te volgen die op dat moment zijn genomen.
- [2] De FRDO herinnert eraan dat hij al een advies[2] heeft geformuleerd over de grote principes die een herstelbeleid zou moeten volgen om verenigbaar te zijn met duurzame ontwikkeling. De Raad adviseert dan ook om dat advies in combinatie met dit advies te lezen.
- [3] De Raad herinnert ook aan het kader dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen en de Green Deal voor Europa vormen, dat ervoor moet zorgen dat de grote investeringen die op korte termijn worden voorzien, België op het juiste spoor zetten in de richting van een transitie naar een op lange termijn veerkrachtige en inclusieve koolstofarme samenleving, gepaard gaande met een digitale transitie. Bovendien wordt er in dat kader op toegezien dat het herstelbeleid dat in België en in de andere lidstaten van de Europese Unie wordt gevoerd, geen negatieve impact heeft op de economische, sociale en ecologische situatie elders in de wereld – in overeenstemming met het principe van de samenhang van de beleidslijnen op het vlak van ontwikkeling.
- [4] De Raad onderstreept bovendien het belang om de door België aangegane internationale[3] verbintenissen na te komen – waaronder het Akkoord van Parijs over het klimaat en het Biodiversiteitsbedrag – zodat meer bepaald de politieke verworvenheden van de afgelopen jaren kunnen worden gevrijwaard en zodat de uitdagingen van het verlies aan biodiversiteit, de klimaatverandering en andere uitdagingen in verband met de natuur en het milieu met succes kunnen worden aangegaan.
- [5] De FRDO wijst erop dat de uitdaging voor de Staat erin bestaat om maatregelen goed te keuren die een economische transformatie op lange termijn kunnen bevorderen ten gunste van een duurzamer, rechtvaardiger en veerkrachtiger systeem voor de toekomstige generaties. In dat opzicht is een zekere stijging van de staatsschuld op korte termijn onvermijdelijk, maar het is wel belangrijk dat de extra schulden worden gemaakt met het oog op toekomstgerichte investeringen die tot een voldoende sterke, inclusieve en duurzame groei kunnen leiden, om onder controle te kunnen blijven. Volgens de Raad moet België in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact pleiten voor een specifieke behandeling van die transitie-investeringen – en dan meer bepaald de investeringen die een gunstig effect hebben op het klimaat. De Raad verwijst hierbij uitdrukkelijk naar de zeer belangrijke rol die is weggelegd voor de private investeerders, die de overheidsschuld met het oog op het herstel aanzienlijk kunnen verlichten.
- [6] Voor de Raad is het van essentieel belang dat alle overwegingen en criteria die in deze rubriek worden opgesomd, worden toegepast op alle aanbevelingen die hierna worden uiteengezet.
2. Investeren voor een toekomst die in duurzame ontwikkeling is verankerd
- [7] In het kader van het herstelplan voor Europa zal België tegen april 2021 een eerste ontwerp van een ‘Plan voor herstel en veerkracht’ moeten voorleggen. Om te kunnen genieten van de steun van de ‘Recovery and Resilience Facility’, is het volgens de Raad van essentieel belang dat ons land aan Europa een plan voorlegt dat ook de veerkracht van ons land versterkt en werkelijk bijdraagt aan de groene en digitale transitie[4].
- [8] Hierna schuift de FRDO een aantal investeringen naar voren die voornamelijk onder de bevoegdheden van de federale regering vallen en die de Raad als prioritair bestempelt in een herstelplan dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling. Die investeringen dienen ook te worden geïntegreerd in een globale strategie – meer bepaald met betrekking tot energie, transport en digitalisering. De Raad voegt eraan toe dat de federale autoriteiten ter versterking van dit plan over de nodige hulpmiddelen (fiscaliteit, productnormen, wetgevend kader …) beschikt om bepaalde investeringen door andere actoren zoals ondernemingen, de gewestelijke en plaatselijke overheden en de gezinnen te vergemakkelijken.
- [9] De Raad vraagt in dit verband om te waken over de transparantie van de investeringen, programma’s, beslissingen en processen die verbonden zijn met steun en/of overheidsfondsen, en daarbij meer bepaald een opvolging te voorzien van de voorgestelde herstelmaatregelen waar het gaat om hun overeenstemming met het algemene kader dat in rubriek 1 van dit advies wordt uiteengezet.
2.1. Energie en klimaat
- [10] De FRDO meent dat het noodzakelijk is om de transitie van het Belgische elektriciteitsproductiepark voort te zetten in de richting van duurzame energiebronnen (wind, zon, water, getijden …) en dat daarbij ook stevig zal moeten worden geïnvesteerd in de netwerkinfrastructuur (mega-‘stopcontacten’, laadpalen, opslagcapaciteit …). In deze context is ook de realisatie van een performanter en beter verbonden Europees net (meer bepaald voor waterstof en CO2) van cruciaal belang.
- [11] De Raad vraagt daarnaast om te investeren in onderzoek en proefprojecten in energie of processen die de energietransitie ondersteunen.
- [12] De FRDO vindt dat Elia en Fluxys zich bij het uittekenen van hun strategie en hun investeringsplannen moeten richten op koolstofneutraliteit tegen het jaar 2050. Dat is de reden waarom het zo belangrijk is om al bij de investeringsbeslissingen rekening te houden met een meer geëlektrificeerd en meer gedecentraliseerd energiemodel met een grote mate van integratie tussen de sectoren, onderlinge verbindingen met het buitenland, energiebesparingen en een sturing van de vraag. De Raad vraagt overigens dat het herstelplan van de federale regering financiële ondersteuning voorziet voor de investeringen in nieuwe transportnetten (H2 en CO2) op basis van een heldere visie ter zake.
- [13] Op het vlak van de windenergie vraagt de FRDO:
- om een gunningsprocedure op te starten (met bij voorkeur een systeem van een gegarandeerde prijs) voor de tweede zone die in de Noordzee is voorzien en er daarbij op toe te zien dat die parken op een actieve manier bijdragen aan het herstel van het leefmilieu;
- om snel werk te maken van de bouw van de 4 GW windmolens die in de Noordzee zijn gepland;
- er zich van te vergewissen dat de bijkomende capaciteiten van de offshore windmolens de bevoorradingszekerheid en de concurrentiekracht van de ondernemingen niet in gevaar brengen;
- op een proactieve manier mee te werken aan de uitbouw van een grensoverschrijdend netwerk voor de offshore windmolenparken die ver van de kust gelegen zijn;
- de radars in de luchthavens te moderniseren, zodat de windmolens in de toekomst dichter bij die infrastructuren kunnen worden opgesteld.
- [14] De energierenovatie van het vastgoedpark in België heeft een essentiële rol te spelen in het bereiken van de klimaatdoelstellingen van ons land, terwijl deze aanpak ook heel wat potentieel biedt op het vlak van werkgelegenheid die niet kan worden gedelokaliseerd. De Raad is er dan ook van overtuigd dat de federale overheidssector ambitieuze actieplannen moet opstellen voor de renovatie van zijn eigen gebouwen. In het kader daarvan zal men een traject moeten uitstippelen met betrekking tot de isolatie, het optimale en intelligente beheer van energie, de energie-efficiëntie, een doeltreffende productie van warmte en koude en de opslag en de productie van hernieuwbare energie, en dan meer bepaald door fotovoltaïsche zonnepanelen te installeren op alle daken van federale gebouwen die daarvoor geschikt zijn. In dat kader stelt de Raad voor om de drie gewestelijke renovatiestrategieën te ondersteunen en daarbij de kansen te grijpen die de Europese Unie biedt via de nieuwe Recovery and Resilience Facility en het meerjarenbudget. Het komt er daarbij op aan om de renovaties te maximaliseren in combinatie met de projecten in samenwerking met de drie Gewesten.
- De FRDO verwijst in dat verband naar zijn advies[5] over de financiering van de energetische renovatie van gebouwen gebruikt voor de publieke diensten.
2.2. Mobiliteit en transport
- [15] De FRDO herinnert aan de absolute noodzaak om een interfederale mobiliteitsstrategie uit te werken zodat infrastructuren op een efficiënte manier onderling kunnen worden verbonden – zowel voor het vervoer van personen als van goederen (spoorwegen, fietssnelwegen, verbeterde waterwegen, snelle verbindingen in en rond de grote steden …) – ondersteund door moderne en ‘connected’ verkeersbeheersystemen.
- [16] De Raad vraagt om te investeren in het updaten en het moderniseren van de spoorweginfrastructuren – en dan in het bijzonder met het oog op de voltooiing van het gewestelijke expresnet – en om het vervoer van goederen over het spoor verder te ontwikkelen.
- [17] De FRDO vraagt ook om voorrang te verlenen aan investeringen in internationaal hogesnelheids- en nachttreinverkeer die op de vraag naar deze verplaatsingswijzen inspelen.
- [18] De FRDO vraagt ook om het openbaar vervoer ten volle te laten meespelen in een Mobility as a Service-ecosysteem en daarbij te investeren in de invoering van een systeem waarin de verschillende transportmogelijkheden worden geïntegreerd.
- [19] In het kader van een beleid dat erop gericht is om de uitstoot van broeikasgassen in de transportsector zoveel mogelijk te beperken, vraagt de FRDO:
- dat de nieuwe auto’s van de federale overheden CO2-neutraal zijn en uitstekend scoren[6] op het vlak van de luchtkwaliteit wanneer dat mogelijk is;
- niet verder te gaan dan wat de Europese richtlijn oplegt met betrekking tot de doelstellingen voor de hernieuwbare energie in deze sector – en dan in het bijzonder met betrekking tot de biobrandstoffen.
2.3. Digitalisering
- [20] De FRDO meent dat het goed is om snel gunstige omstandigheden te creëren voor investeringen in een performant telecomnet, aangezien tal van nieuwe technologische ontwikkelingen (mobiliteit, gezondheidszorg, industriële toepassingen, landbouw …) daarvan afhankelijk zijn.
- [21] De Raad onderstreept dat daarnaast zware investeringen zullen moeten worden gerealiseerd om de digitalisering van de overheidsdiensten voort te zetten (kadaster, justitie …).
2.4. Kringloopeconomie
- [22] De FRDO meent dat een promotiestrategie voor de kringloopeconomie een belangrijke tool kan zijn in het kader van een herstelbeleid. De Raad vraagt dan ook om in dat verband een circulair en duurzaam beleid te voeren met betrekking tot de aankoop van materiaal (kantoormateriaal en informatica …) voor de federale overheidsdiensten.
- [23] De Raad nodigt de federale overheden ook uit om overheidsopdrachten uit te schrijven voor hun bouwprojecten, waarbij veel belang wordt gehecht aan het gebruik van circulaire en klimaatneutrale bouwmaterialen.
2.5. Duurzaam en veerkrachtig voedselsysteem
- [24] De FRDO vindt dat de investeringen in duurzame voedselsystemen en in informatie, promotie en toegankelijkheid voor consumenten van evenwichtige, gezonde en duurzame voedingswijzen moeten worden versterkt.
2.6. Biodiversiteit
- [25] De FRDO vraagt om mee te werken aan het herstel van mariene ecosystemen in de Natura 2000-gebieden in de Noordzee.
[1] Advies over de concretisering van de transitie van België naar een koolstofarme maatschappij tegen 2050, 2014a04n, § [8].
[2] Advies over het herstelbeleid van de federale regering, 2020a07n.
[3] Meer bepaald op het vlak van de internationale klimaatfinanciering en officiële ontwikkelingshulp, met inbegrip van de norm van 0,7 %. De FRDO herinnert er overigens aan dat de federale regering zich ertoe heeft verbonden om artikel 2.1.c van het Akkoord van Parijs in de praktijk om te zetten.
[4] Cf. Conclusies van de Raad van de Europese Unie van 17, 18, 19, 20 en 21 juli 2020, § A.19.
[5] Advies 2017a06n.
[6] In overeenstemming met de Euro6d-norm.